A. Algemene gegevens
Naam: | GKV Delft |
E-mail scriba: | scriba@gkvdelft.nl |
RSIN/Fiscaal nummer: | 3231574 |
Website: | www.gkvdelft.nl |
E-mail website: | info@gkvdelft.nl |
Adres: | Schoemakerstraat 1 |
Postcode: | 2628 VH |
Plaats: | Delft |
Postadres: | Postbus 691 |
Postcode: | 2600 AR |
Plaats: | Delft |
De kerk, zoals hierboven genoemd, is een geloofsgemeenschap die behoort tot de Gereformeerde Kerken in Nederland (vrijgemaakt). De kerk verbindt zich door artikel A1 van de kerkorde (statuut) aan de Gereformeerde Kerken in Nederland.
Deze gemeente bezit rechtspersoonlijkheid als bedoeld in artikel 2 boek 2 Burgerlijk wetboek. Dit is vastgelegd in artikel G84.1 van de kerkorde.
De kerkorde van de Gereformeerde Kerken in Nederland bevat o.m. bepalingen omtrent het bestuur, de financiën, toezicht en (tucht)rechtspraak die gelden voor kerkleden, de gemeenten en andere onderdelen van deze kerk. Deze kerkorde is te vinden op de website van de landelijke kerk: www.gkv.nl/kerkorde.
De Gereformeerde Kerken in Nederland ontvingen van de Belastingdienst een ANBI-groepsbeschikking. Dat wil zeggen dat de afzonderlijke gemeenten en andere instellingen die tot (de invloedsfeer van) het kerkgenootschap behoren, zijn aangewezen als ANBI.
B. Samenstelling bestuur
Het bestuur van de kerkelijke gemeente ligt bij de kerkenraad en wordt gevormd door de ambtsdragers die worden gekozen door en uit de leden van de kerkelijke gemeente.
Ten behoeve van het statelijk rechtsverkeer wordt de kerk vertegenwoordigd door twee of meer personen die daartie bij schriftelijk besluit van de kerkenraad zijn aangewezen en gevolmachtigd.
C. Doelstelling/visie
De kerk verwoordt in haar kerkorde wat zij gelooft en belijdt als basis voor haar kerkstructuur, organisatie, kerkrecht, ledenadministratie, arbeidsvoorwaarden en financiën. De kerkorde vat dit samen in de artikelen A1.1 en A1.2:
A1.1 De Gereformeerde Kerken in Nederland zijn onderling verbonden in eenheid van het christelijk geloof, in gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift.
A1.2 Zij aanvaarden met de oude christelijke kerk de Apostolische Geloofsbelijdenis, de geloofsbelijdenis van Nicea en de geloofsbelijdenis van Athanasius. Met de kerk van de Reformatie aanvaarden zij bovendien de Nederlandse Geloofsbelijdenis, De Heidelbergse Catechismus en de Dordtse Leerregels als betrouwbare samenvatting van de christelijke leer.
D. Beleidsplan
Het beleidsplan van de Gereformeerde Kerken in Nederland (vrijgemaakt) kunt u vinden op deze webpagina: www.gkv.nl/anbi, eventueel aangevuld op de website van de plaatselijke kerk.
E. Beloningsbeleid
De beloning van de predikant van de gemeente is geregeld in de Materiële regelingen predikanten. De beloning van de overige medewerkers in loondienst, zoals kerkelijk werkers en kosters/beheerders, is geregeld in de Arbeidsvoorwaarden Kerkelijk Werkers en de Arbeidsvoorwaarden Kosters. De hierop betrekking hebbende regelingen zijn te vinden op www.steunpuntkerkenwerk.nl/kerkelijk-personeelsbeleid.
F. Verslag activiteiten
De kerkenraad is eindverantwoordelijk voor het bestuur van de gemeente. Dat doet zij door zoveel mogelijk gemeenteleden in te schakelen bij het plaatselijke werk. Enkele taken zijn conform de kerkorde gedelegeerd naar afzonderlijke colleges en commissies waaronder het College van Diakenen en beheer-commissies. Zij waken over de financiële slagkracht van de gemeente en leggen via een jaarverslag rekening en verantwoording af aan de kerkenraad. Een uittreksel van de belangrijkste gegevens treft u hieronder aan.
G. Voorgenome bestedingen
De verwachte bestedingen (begroting) sluiten als regel nauw aan bij de jaarrekeningen over voorgaande jaren. Het plaatselijk kerkenwerk (of kerk-zijn) vertoont een grote mate van continuïteit: de predikanten of andere werkers verrichten hun werkzaamheden, kerkdiensten worden gehouden en ook aandere kerkelijke activiteiten vinden plaats. In de kolom Begroting in het overzicht onder H. is dit cijfermatig in beeld gebracht.
H. Verkorte staat van baten en lasten met toelichting
Jaarrekening kerk
Werkelijk 2017 | Begroting 2017 | Werkelijk 2018 | |
Vaste vrijwillige bijdragen (VVB/rondgangen) | 335.282 | 330.000 | 321.146 |
Collecten/giften/acties | 293 | 0 | 410 |
Overige ontvangsten | 153.349 | 161.250 | 152.176 |
TOTAAL BATEN | 488.924 | 491.250 | 473.732 |
Traktement, bijdrage emeritering, kerkelijk werkers | 228.716 | 236.050 | 217.293 |
Quotum/bijdragen kerkverband | 126.987 | 121.200 | 116.464 |
Kerkelijke gebouwen, rente, reserveringen | 120.004 | 118.550 | 126.971 |
Salaris/vergoeding koster/vrijwilligers | 0 | 0 | 0 |
Kerkelijke organisatie, evangelisatie | 14.899 | 15.450 | 10.108 |
Aflossingen/afschrijvingen | 0 | 0 | 0 |
TOTAAL LASTEN | 490.606 | 491.250 | 470.836 |
Overschot/Tekort | -1.682 | 2.896 |
Jaarrekening diaconie
Werkelijk 2017 | Werkelijk 2016 | |
Collecten | 32.459 | 34.087 |
Overige ontvangsten | 12.405 | 6.509 |
TOTAAL BATEN | 44.864 | 40.596 |
Plaatselijke ondersteuning/uitgaven | 13.500 | 8.470 |
Regionale-/landelijke uitgaven | 2.912 | 4.186 |
Diaconaal werk wereldwijd | 28.452 | 25.403 |
TOTAAL LASTEN | 44.864 | 38.056 |
Overschot/Tekort | 0 | 2.540 |
Toelichting
Kerkgenootschappen en hun onderdelen zorgen in Nederland zelf voor de benodigde inkomsten voor hun activiteiten. Aan de kerkleden wordt elk jaar gecraagd om hun bijdrage voor het werk van de kerkelijke gemeente waartoe zij behoren.
Soms bezit de kerkelijke gemeente ook nog vermogen in de vorm van een woning, kerkgebouw of geldmiddelen. Soms is dit aan de gemeente nagelaten met een specifieke bestemming. De opbrengsten van dit vermogen worden aangewend voor het werk vand e gemeente.
Kerken ontvangen geen overheidssubsidie in Nederland, behoudes voor de instandhouding van monumentale (kerk)gebouwen of een specifiek project.
Een groot deel van de ontvangen inkomsten wordt besteed aan pastoraat, in de vorm van salarissen voor de predikant en eventuele kerkelijk werkers en aan de organisatie van kerkelijke activiteiten.
Daarnaast worden de ontvangen inkomsten ook besteed aan het in stand houden van de kerkelijke bezittingen, benodigd voor het houden van de kerkdiensten (zoals onderhoud, energie, belastingen en verzekeringen) en aan de kosten van de eigen organisatie (alaris koster, eventueel overig personeel, vrijwilligers) en bijdragen voor het in stand houden van het landelijk werk.